h

Decentralisaties

8 Over de schutting

Deze verkiezingen zijn belangrijk voor de toekomst van Pekela. Daarnaast is het ook een eerste echte proef voor het kabinet van VVD en PvdA. Zij willen taken bij de gemeenten over de schutting kieperen zonder daarbij de benodigde financiële middelen leveren.. De zorg komt voor een belangrijk deel op het bordje van de lokale politiek te liggen, die daarmee de klappen van het afbraakbeleid mag opvangen. De zorg voor mensen zo dicht mogelijk bij mensen organiseren heeft onze steun, de miljarden bezuiniging die hier meer gepaard gaat zeker niet. De SP wil de maatschappelijke onrust om deze decentralisaties omzetten in een krachtig signaal. Wij verwachten van het gemeentebestuur dat ze het protest gaat leiden. Bij het doordrukken van maatregelen moet de uitvoering zo sociaal mogelijk worden. Daarom hierbij een toelichting op de plannen van het kabinet, de gevolgen voor mensen en onze reactie en alternatieven. In Den Haag en Pekela zullen wij bondgenoot zijn van hen, die de klappen dreigen te krijgen.

8.1 De plannen met de jeugdzorg:

·         Alle jongeren en gezinnen met een probleem moeten bij de gemeente aankloppen voor hulp

·         Wanneer jongeren een psychisch probleem (zoals anorexia, angststoornis, aanpassingsstoornissen, maar ook ADHD) hebben, is de gemeente verantwoordelijk voor behandeling

·         De gemeente moet de jeugdzorg via marktwerking gaan uitvoeren (aanbesteding of opdrachtgeverschap met meerdere aanbieders)

·         De gemeente bepaalt wat kwaliteit is

·         Jeugdreclassering wordt ook een verantwoordelijkheid van de  gemeente

·         Een korting van 15 % op het gemeentelijk budget voor de jeugdzorg (450 miljoen)

De gevolgen:

Gemeenten gaan bepalen (indiceren) welke ondersteuning of zorg een kind of jongere en het gezin krijgt, waarbij het recht op zorg vervalt. Dit leidt waarschijnlijk tot nieuwe vormen van bureaucratie binnen gemeenten, waarbij de professionele autonomie van de jeugdzorgmedewerkers beperkt dreigt te worden (van regie naar uitvoering). Door de korting die de overheid doorvoert, zullen gemeenten zich gedwongen zien om te besparen op de lonen en arbeidsvoorwaarden van de jeugdzorgmedewerkers.

Vele gemeenten hebben geen kennis van de problematiek van opgroeiende kinderen, met alle risico’s van dien. In ieder geval treedt er rechtsongelijkheid op, want iedere gemeenten mag haar eigen beleid gaan voeren.

Het Rijk, de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) hebben een ‘transitieprogramma’ voor de jeugdzorg. In praktijk blijkt iedere betrokkene daar zijn eigen ideeën bij te hebben. Ondanks het feit dat de nieuwe Jeugdwet nog niet door de Kamer is, doen deze bestuurlijke organen alsof de overheveling al beklonken is.

 

Onze inzet:

·         Kortingen op het budget voor de jeugdzorg wijzen wij af.

·         Professionals bepalen welke (vervolg)zorg er nodig is voor kind, jongere en/of gezin

·         Geen marktwerking in de jeugdzorg.

·         Ook als de gemeente verantwoordelijk wordt voor de jeugdzorg, blijft het recht op jeugdzorg van kracht.

·         Jeugdzorggelden worden volledig besteed aan jeugdzorg.

·         Jeugdreclassering en het strafrecht hevelen we nog niet over naar gemeenten; wel krijgen jeugdreclassering en de Raad voor de Kinderbescherming de uitdrukkelijke plicht om beter met gemeenten samen te werken.

 

8.2 De plannen met de zorg:

·         Persoonlijke verzorging wordt een taak van de gemeente. Iedereen die hulp nodig heeft bij uit en in bed gaan, douchen, aankleden en eten, krijgt met de gemeente te maken.

·         Dagbesteding en begeleiding worden taken van de gemeente. Mensen die door ouderdom, verstandelijke beperking, psychische problematiek of lichamelijke beperking naar een dagbestedingcentrum gaan of begeleiding krijgen worden per 2015 door de gemeente geholpen. Begeleiding kan één uur per week hulp bij het bijhouden van de financiën zijn, maar ook dagelijkse ondersteuning bij het voeren van een huishouden.

·         Op huishoudelijke verzorging wordt 40 procent bezuinigd (590 miljoen euro op jaarbasis).

·         Voor de rest van de taken geldt een korting van 25 procent (1,7 miljard euro op jaarbasis).

·         De zorgverzekeraar helpt iemand die persoonlijke verzorging én verpleging (wondverzorging, medicatie toediening enzovoorts) nodig heeft.

De gevolgen:

Gemeenten gaan bepalen (indiceren) welke ondersteuning of zorg iemand krijgt, het recht op zorg vervalt. Dit leidt tot nieuwe bureaucratie in iedere gemeente en kan tot exorbitante uitvoeringskosten leiden. Door de korting die de nationale overheid doorvoert, komen lonen en arbeidsvoorwaarden van de zorgmedewerkers onder druk te staan.

Vele gemeenten hebben geen kennis van de mensen die begeleiding nodig hebben. Daardoor kunnen mensen, die persoonlijke verzorging nodig hebben, de dupe worden van getouwtrek tussen de zorgverzekeraar en de gemeenten over wie voor wat verantwoordelijk is. In ieder geval treedt er rechtsongelijkheid op omdat iedere gemeente haar eigen beleid mag gaan maken.

Gemeenten willen graag dat mensen een beroep doen op vrijwilligers, mantelzorgers en buren, voordat ze aankloppen bij de gemeente. Het voorstel van de gemeente Deventer – die van plan is om werkelozen en vrijwilligers in te schakelen bij de persoonlijke verzorging van hulp behoevende burgers – leidde bijvoorbeeld tot veel ophef.

Onze inzet:

·         Een bezuiniging van bijna 2 miljard op thuiszorgtaken is onaanvaardbaar.

·         Geen overheveling van taken van nationale overheid naar gemeenten, verbeter de AWBZ (stop met marktwerking, laat professionals hun werk doen en bespaar door efficiënter te werken).

·         De korting op de thuiszorg is onacceptabel.

·         Het recht op zorg moet gegarandeerd blijven.

·         Het geld voor de thuiszorg dient ook daar terecht te komen.

·         Geen gedwongen inzet van werkelozen en vrijwilligers bij het uitvoeren van zorgtaken.

8.3 De plannen met werk en inkomen

·         Gemeenten worden verantwoordelijk voor mensen met een arbeidsbeperking, die potentieel voltijds of in deeltijd kunnen werken (via samenvoeging van de Wajong, de WWB en WSW in de Particpatiewet). De Wajong als zodanig blijft alleen bestaan voor mensen zonder arbeidscapaciteit.

·         De bijstandswet wordt verder aangescherpt middels invoering van gezinsbijstand.

·         In de bijstandswet wordt opgenomen dat iedereen met een uitkering een tegenprestatie zal leveren.

·         De arbeids- en re-integratieplicht worden aangescherpt. Spreek je geen Nederlands, dan vervalt je recht op bijstand.

·         Bezuiniging van bijna 1,9 miljard euro op WSW, Wajong en re-integratie

·         525 miljoen euro bezuiniging door aanscherping van de bijstand. Deze uitkering wordt de komende 20 jaar verlaagd, wat in totaal ook een miljard op moet leveren.

 

De gevolgen:

De sociale werkplaatsen zullen op termijn sluiten. Van de 100.000 medewerkers blijven er in het meest gunstige scenario slechts 30.000 over. Dit wordt sterk afhankelijk van het gemeentelijk beleid. Ook de cao voor beschut werk wordt sterk versoberd of komt helemaal te vervallen.

Al diegenen die een Wajonguitkering ontvangen, worden herkeurd. De verwachting is dat van de 230.000 jonggehandicapten er 130 duizend tot  190 duizend na herkeuring in de bijstand terecht komen, omdat ze (deels) arbeidsgeschikt bevonden worden. Omdat er bij het verstrekken van bijstand uitgegaan wordt van het gezinsinkomen, zal waarschijnlijk een groot deel van de jonggehandicapten in de bijstand gekort worden of het recht op uitkering helemaal verliezen.

De nieuwe beleidsmaatregelen betekenen dat mensen werk moeten gaan doen om voor een uitkering in aanmerking te komen. In plaats van nieuwe banen te scheppen, dreigen er op die manier arbeidsplaatsen te verdwijnen. Denk daarbij vooral aan de groenvoorziening, de thuiszorg of verplicht vrijwilligerswerk. Werken met behoud van uitkering zal het zoeken van werk bemoeilijken, waarbij aangetekend dat ook veel faciliteiten die het mensen mogelijk maken om te re-integreren, komen te vervallen.

De ‘tegenprestatie’ zal leiden tot werken onder het minimum loon en verlies van sociale rechten. Op dit moment zie je al dat mensen die eerst een reguliere baan hadden, bijvoorbeeld in de groenvoorziening of de thuiszorg, tegen een bijstandsinkomen in hun oude beroep ‘tewerkgesteld’ worden.

 

Onze inzet:

·         Niet korten op inkomens, begeleiding en opleiding van mensen met een arbeidsbeperking.

·         Hou de sociale werkplaatsen open.

·         Behoud het recht op begeleiding en opleiding.

·         Voor een quotum voor werkgevers om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen.

·         Investeer in eerlijke banen en werkgelegenheid in plaats van werklozen te straffen. Gemeenten richten zich op arbeidsbemiddeling en eerlijke banen via gemeentelijke leerwerkbedrijven.

·         Werken moet lonen. Dus geen werk met behoud van uitkering, tenzij er sprake is van training of opleiding voor een baan, en er uitzicht bestaat op uitstroom naar regulier werk met een arbeidscontract. 

U bent hier