h

Het verantwoordelijkheidsframe is goedkoop gebabbel

20 mei 2020

Het verantwoordelijkheidsframe is goedkoop gebabbel

Foto: SP

Vandaag en gisteren werd ik een paar keer gevraagd naar het vertrek van de SP uit de coalitie in buurgemeente Stadskanaal. Overigens niet door Pekelders of Knoalsters maar door journalisten en politici van andere partijen. Allemaal brachten ze het uitgekauwde jargon ‘verantwoordelijkheid nemen’ ter tafel. Nog even los van het feit dat mijn partijgenoten in Stadskanaal een autonome en voor zover ik kan overzien terecht besluit hebben genomen moet me het volgende van het hart wat betreft dat argument.

De politieke vertaling van verantwoordelijkheid nemen is te vaak het opdirken van het eigen ego en heldenmoed van menig bestuurder. De vaak misplaatse toe-eigening van plichtsbesef en toewijding bouwt een sokkel voor henzelf waar vanaf ze anderen minimaliseren tot toeschouwers. Het staat ongetwijfeld op bladzijde één in het handboek van menig minister, directeur en wethouder, maar de besluiten die voortvloeien uit die ‘genomen verantwoordelijkheid’ gaan zelden ten koste van de eigen positie, situatie of inkomen. Daarmee vervalt de eigen kwetsbaarheid die ook bij ‘verantwoordelijkheid nemen’ hoort. Want het voortouw nemen in het verwaarlozen van voorzieningen, de keus voor massaontslag of het inkomen en zekerheid van anderen beknotten is buiten asociaal nogal simpel als het jezelf en je omgeving niet raakt. Het is lekker makkelijk om ‘Ik neem mijn verantwoordelijkheid’ te roepen terwijl de laatste die een veer hoeft te laten in de spiegel te zien is.   

De status die het verantwoordelijkheidsframe met zich meebrengt zit menig bestuurder als een net jasje. Het geeft macht om besluiten te nemen die hard in kunnen grijpen in de levens van mensen. Die niet lichtzinnige klus vergt of heel veel schatplichtigheid en kennis van de samenleving of een flinke portie eigendunk en zelfvertrouwen. Hierin schuilt wat mij betreft het grootste gevaar van al die verantwoordelijkheidsroepers in de politiek. Ze hoeven niet te wortelen in de samenleving, draagvlak organiseren is niet nodig en mensen beschermen tegen de grillen van andere machthebbers behoort ook niet tot het takenpakket. Dit verklaart wat mij betreft mede de totaal parallelle werelden die ik ontmoet op straat en in vergaderzalen. Waar bestuurders samen met adviesbureaus en bedrijven vol voormalig politici ons landschap volplempen met zonneparken, onze gemeenten samenvoegen en onze buurten slopen ontmoeten wij aan de deur de hang naar solidariteit en noaberschap en vooral veel betere analyses vol verantwoordelijkheid richting de maatschappij als één geheel. Niemand lijkt zich verantwoordelijk te voelen die kloof tussen volk en vertegenwoordiging te slechten.  

Verantwoordelijkheid nemen betekent ook verantwoordelijk zijn. Ieder mens is verantwoordelijk voor zijn eigen keuzes en daden, daar vormen politici geen uitzondering op. Je hebt je te verantwoorden voor de dingen die je doet. Privé aan je gezin en gemeenschap, in de politiek aan de mensen die je kozen of in ieder geval afhankelijk zijn van de keuzes die je maakt. Maar dat geeft je geen vrijbrief om de verantwoordelijkheid te misbruiken als eigen keuzemenu. Dat begint bij de erkenning dat omstandigheden van grote invloed zijn op de mens en dat iedereen recht heeft op gelijke kansen bij het nastreven van geluk en de daarbij horende verantwoordelijkheid. Wie mee gaat in het waanidee dat mensen met succes alles aan zichzelf te danken hebben, en dus automatisch mensen met pech ook zelf verantwoordelijk zijn voor ellende, zal onder het huidige gesternte een prima ‘wethouder van verantwoordelijkheid’ zijn, maar mist als mens iets belangrijks.

Terug naar de vraag die ik kreeg. De grenzen aan het toelaatbare is gelijktijdig een hele persoonlijke als een politieke. Het is logisch dat een VVD-bestuurder minder moeite heeft om een ‘lokale-Rutte’ te zijn dan een socialistische wethouder. Wie meehobbelt in het frame dat we met zijn allen de rekening van iedere crisis moeten betalen kan met droge ogen, en misschien zelfs een gerust hart, buurthuizen in het slot gooien en de zorg onder de kont van ouderen en zieken verpatsen. Wie gehakt wil maken van dat standaard crisisrecept moet van betere huize komen. Diegene moet de dominante logica van de vrije markt en neoliberale politiek bevechten, aanlokkelijke alternatieven formuleren en anderen enthousiast maken om de sociale strijd daarvoor aan te gaan. Er zijn makkelijkere opdrachten.

Het lukt ons, de SP in dit geval, nog niet om dat voor elkaar te boksen. Daarom krijgen we tikken. Soms op het moraal, te vaak electoraal en af en toe door het verlies van een zetel of een coalitie. Dat is balen maar inherent aan de bergopwaartse route die we af te leggen hebben. Socialisten zijn als realisten in het heden verantwoordelijk voor kleine stappen vooruit, met soms een stap achteruit maar nooit eentje opzij. We moeten niet vergeten dat die kleine stappen bij elkaar ook moeten leiden naar een ideaal in de toekomst. Wanneer stappen die anderen verkopen als verantwoordelijkheid nemen niet bijdragen aan vooruitgang voor mensen moeten we niet gemakzuchtig meestappen richting de sociale afgrond. Want daarvoor is onze verantwoordelijkheid te groot.

U bent hier