h

‘SP doet volwaardig mee in het college’

16 februari 2008

‘SP doet volwaardig mee in het college’

Wethouder Hemmes over thuiszorg, werk en onderwijscentrum

Het wethouderschap bevalt hem prima. Dat komt volgens SP-wethouder Hennie Hemmes mede door de goede sfeer in het college. De samenwerking laat niets te wensen over. Hemmes heeft het gevoel dat het hele college zich inzet voor hetzelfde doel: iedere inwoner van Pekela betrekken bij de samenleving en mee laten doen. In april kent Pekela twee jaar een SP-wethouder. Tijd voor een tussenbalans.

Hennie Hemmes

Hoe kijk je terug op twee jaar wethouderschap?

..Ik ben tot nu toe heel tevreden. In twee jaar tijd is er veel op de rails gezet. Dat moet de komende tijd vorm krijgen. Dan denk ik onder andere aan de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en het onderwijscentrum. Natuurlijk zijn we er nog lang niet. Er zijn zaken die altijd veel aandacht blijven vragen zoals bijvoorbeeld de werkgelegenheid en het jongerenwerk. Maar we zijn op de goede weg. Dat is trouwens een verdienste van het héle college’’.

Hoe zit het met het SP-gehalte in het collegebeleid. Als wethouder ben je natuurlijk afhankelijk van de andere collegeleden. Kun je als minderheid in het college wel initiatieven ontplooien?

,,Als SP-wethouder doe ik volwaardig mee. Van mijn kant zijn er een aantal initiatieven genomen die ook vorm krijgen. Dat gebeurt onder andere op het gebied van de WMO. De kwaliteit van de thuiszorg staat onder druk vanwege de marktwerking. Het krappe budget dat beschikbaar is leidt tot knelpunten bij zowel de thuiszorgorganisaties als bij het personeel. Er is de laatste tijd veel onrust onder thuiszorgpersoneel. In Pekela hebben we de rust weten te behouden door overleg te voeren met thuiszorgorganisaties. We bieden een fatsoenlijke vergoeding aan de thuiszorgorganisaties en eisen daarvoor dat ze op hun beurt het personeel een fatsoenlijk CAO-loon betalen en een vast contract bieden.

In de thuiszorg dreigen veel mensen ontslagen te worden. In Pekela proberen we op allerlei manieren maatregelen te treffen om de mensen aan het werk te houden. Ik heb goede hoop dat we dit beleid kunnen handhaven’’.

In de verkiezingstijd riep de SP dat het allemaal socialer moest en dat er meer aandacht voor de werkgelegenheid moest komen. Wat heb je daarvan gerealiseerd?

,,We zijn gestart met projecten en scholing om mensen zonder betaald werk toe te leiden naar een vaste baan. Zo hebben we bedrijven benaderd voor werk- en leerprojecten. Dat doen we bijvoorbeeld met het bedrijf Baas Infra. Mensen met een uitkering volgen daarvoor een theorieopleiding en een praktijkopleiding. Sommigen kunnen zelfs hun rijbewijs via dit project halen. Als alles goed gaat en de opleiding wordt afgerond zijn de deelnemers verzekerd van een betaalde baan. Daarmee haal je mensen niet alleen uit een sociaal isolement, maar biedt je ze ook weer toekomst.

Een ander project die we zijn gestart is speciaal bedoeld voor werkzoekenden van zestig jaar en ouder. Met dit 60+ project willen we bijstandsuitkeringen omzetten in een nuttige baan bij scholen en welzijnsorganisaties. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten. De deelnemers zijn enthousiast en hebben weer werk, terwijl de organisaties blij zijn dat ze extra personeel hebben voor zaken waar ze normaal niemand voor aan kunnen nemen.

De 60-plussers die aan het project deelnemen worden vrijgesteld van hun sollicitatieplicht en gaan er financieel ook nog eens op vooruit. Van de dertig deelnemers die meedoen hebben al meer dan tien een vaste aanstelling gekregen.

Voor het project werkt Pekela samen met de gemeente Veendam. We verwachten eind maart alle 60-plussers met een bijstandsuitkering aan een maatschappelijke baan te hebben geholpen’’.

Als wethouder heb je het plan voor een onderwijscentrum gelanceerd. Dat plan kent niet alleen voorstanders, maar ook felle tegenstanders. Is het draagvlak voor zo’n project wel groot genoeg als het ook nog eens vijf miljoen euro gaat kosten?

,,De komst van zo’n onderwijscentrum treft natuurlijk veel mensen. Dan kun je ook weerstand verwachten. Gelukkig zijn veruit de meeste betrokkenen heel enthousiast. Niet alleen schoolbesturen, ook ouders van leerlingen.

De bouw van een onderwijscentrum kost veel geld, maar is op de lange termijn in financieel opzicht zeer wenselijk. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de scholen. De komende jaren zal dat een aanslag vergen op de begroting van de gemeente. Door nu een nieuw onderwijscentrum te realiseren en scholen goed onderdak te bieden ben je de eerste twintig jaar van het onderhoudsprobleem af. Bovendien is de verwachting dat het aantal inwoners de komende jaren gaat afnemen. Dan kun je wel veel investeren in bestaande scholen, maar loop je het risico dat over enkele jaren hele klassen leeg staan omdat er niet voldoende leerlingen zijn. Uiteindelijk zal het opknappen van de bestaande gebouwen daardoor duurder zijn dan de bouw van een nieuw onderwijscentrum’’.

U bent hier